Belasting over een papieren schenking
Stel: je schenkt jaarlijks een bedrag aan je kinderen. Hoe zit het dan met de belasting over deze schenkingen? Daarover deed de rechtbank een interessante uitspraak.
Een onderhands aangegane schenking in de vorm van een schuldigerkenning uit vrijgevigheid is sinds 2003 juridisch geldig. Maar in de regel zal zo’n schenking als ‘schenking ter zake des doods’ moeten worden gekwalificeerd. Het gevolg is dat ze bij het overlijden van de schenker vervalt als de schuld nog openstaat. Dit gebeurt niet als de schuldigerkenning uit vrijgevigheid bij notariële akte is aangegaan. Maar als men jaarlijks wil schenken, is het nodig om ook jaarlijks langs de notaris te gaan, met alle kosten van dien. De (adviseur van de) belanghebbende van de onderstaande procedure had daarvoor een oplossing bedacht.
Casus: papieren schenking
Op 7 maart 2013 zijn vijf afzonderlijke notariële akten van schenking gepasseerd. Met iedere akte komen de ouders met belanghebbende overeen dat ze een bedrag schenken van € 10.000. De inhoud van deze akten is bijna identiek. Vier van de vijf schenkingen vinden plaats onder de opschortende voorwaarde dat de langstlevende van de schenkers in leven is op respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2015, 1 januari 2016 en 1 januari 2017.
De inspecteur ziet samenhang tussen de verschillende akten. Daardoor is er volgens hem feitelijk sprake van schenking van een periodieke uitkering die in haar geheel in 2013 belast is. De rechtbank neemt dit niet over. Volgens de rechtbank valt niet in te zien waarom de fiscale gevolgen van het vrijwel gelijktijdig overeenkomen van de schenkingen niet aanvaardbaar zouden zijn gelet op de strekking van de belastingwet.
Het was de bedoeling van de wetgever om voor de totstandkoming van een ‘schenking onder opschortende voorwaarde’ in fiscale zin af te wijken van het civielrechtelijke moment van totstandkoming. Civielrechtelijk hebben de schenkingen in 2013 plaatsgevonden. Fiscaal hebben de schenkingen onder opschortende voorwaarde plaatsgevonden in respectievelijk 2014, 2015, 2016 en 2017. Het gelijk is dan ook aan de belanghebbende. (Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17 april 2020)
Heb je een fiscale vraag over schenkingen? Neem dan contact met ons op.