Het gebruikelijk loon voor de directeur is maatwerk
De overheid stelt jaarlijks een ‘gebruikelijk loon’ vast voor de directeur van een bv. Maar in de praktijk kan het gebruikelijk loon anders uitvallen, soms zelfs lager dan het minimumloon, schetst Peter Bregman.
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv heeft de vrijheid om zelf de hoogte van zijn of haar salaris te bepalen. Maar artikel 12a van de Wet Loonbelasting bevat een bepaling om misbruik hiervan te voorkomen. Het is natuurlijk de bedoeling dat ook de dga een faire bijdrage levert aan ons kostbare stelsel van sociale voorzieningen. Daarom wordt er jaarlijks een zogeheten ‘gebruikelijk loon’ vastgesteld. Voor 2021 is dit bruto € 47.000 per jaar. Toch kun je daarover in discussie gaan, zoals een recente uitspraak van de rechtbank laat zien.
Casus: bedrijf in de klem
Volgens Rechtbank Gelderland kan het gebruikelijk loon van een dga in verliessituaties namelijk veel lager worden vastgesteld. Zélfs lager dan het minimumloon.
Een directeur van een bedrijf in de zoetwarenbranche had in zijn arbeidsovereenkomst een loon afgesproken van € 3.750 per maand. Dat is in de laatste drie maanden van 2018 ook betaald. Maar voor het jaar 2019 is een verzoek bij de Belastingdienst ingediend om het gebruikelijk loon op nihil te stellen. De Belastingdienst is het daar niet mee eens: die vindt dat het loon ten minste gelijk moet liggen aan het minimumloon.
Maar is het minimumloon in het geval van een dga wel van toepassing? De rechtbank verwijst naar een – inmiddels ingetrokken – besluit van de staatssecretaris. Hierin staat dat een lager loon dan een gebruikelijk loon acceptabel is, als je maar aannemelijk kunt maken dat de continuïteit van het bedrijf in gevaar komt door uitbetaling van een gebruikelijk loon.
Wet Minimumloon niet passend
In deze casus is dat niet zo moeilijk: volgens de rechtbank is duidelijk dat de bv in 2019 niet voldoende financiën had. De bv is in 2018 opgericht met een geplaatst kapitaal van € 1.000. Het resultaat in het boekjaar 2018/2019 was – na uitbetaling van een loon van € 11.250 – negatief. Dat leidt ertoe dat het gebruikelijk loon voor 2018/2019 naar beneden wordt bijgesteld, naar in totaal € 11.250.
Omdat dit bedrag in de laatste drie maanden van 2018 al is uitbetaald, vermindert de rechtbank de naheffingsaanslag voor 2019 naar nihil. Dat de Belastingdienst vasthoudt aan het minimumloon als ondergrens voor het gebruikelijk loon, is in dit geval dus niet realistisch. De Wet Minimumloon is niet voor deze situatie geschreven.
Het beleid van PM
Van adviseurs buiten PM horen we nogal eens dat ze vooroverleg met de Belastingdienst voeren over het gebruikelijk loon. Wij doen dit nauwelijks en er is ook zelden sprake van discussies achteraf. Dat gezegd hebbende: het loon van de dga blijft altijd maatwerk. Daarin speelt onder meer hoe een dga in verliessituaties in het inkomen voorziet. Als er bijvoorbeeld opnamen van de bv plaatsvinden in de vorm van een lening of rekening-courantschuld, moet dit mogelijk als salaris worden aangemerkt.
Ingewikkelde materie dus, maar we kunnen je erbij helpen. Bel of mail ons even als je advies nodig hebt.