Het lage btw-tarief gaat omhoog
De aandacht voor de verhoging van het lage btw-tarief – onderdeel van het Belastingplan 2019 – van 6% naar 9% is verbazingwekkend genoeg gering. De verhoging is fors en raakt iedere burger direct.
Immers: de vervulling van onze primaire basisbehoeften zoals de meeste voedingsmiddelen en bijvoorbeeld ook de diensten van de kapper vallen onder het lage btw-tarief. Hieruit blijkt meteen dat het vaak gaat om leveringen en diensten die rechtstreeks aan consumenten worden verricht. Aangezien consumenten geen aftrekrecht hebben, is voor deze groep de verkoopprijs inclusief btw van belang. Daarom sta je als verkoper/ondernemer voor de keuze:
a) Je belast de btw-wijziging door en verhoogt je verkoopprijzen
In dat geval blijft je brutowinstmarge per transactie gelijk, maar verlies je mogelijk klanten die overlopen naar een concurrent die de verkoopprijzen niet aanpast.
b) Je belast de btw-wijziging niet, door je verkoopprijzen te handhaven
In dat geval lever je een gedeelte van je winstmarge per transactie in. Maar als je concurrent de verkoopprijzen wel verhoogt, kun je misschien toch meer omzetten en daardoor dezelfde of zelfs meer winstmarge behalen. Op voorhand is natuurlijk niet te zeggen of aanpassing van je verkoopprijzen verstandig is.
Kleine ondernemersregeling
Verhoging van het lage btw-tarief heeft invloed op de kleine ondernemersregeling (KOR). Als je vooral laag belaste prestaties levert, wordt de kans op toepassing van de KOR kleiner. Als je vooral laag belaste prestaties inkoopt, wordt de kans op toepassing van de KOR groter. Er wordt geen overgangsrecht getroffen.
Welk tarief?
Als ondernemer moet je het btw-tarief toepassen van het moment waarop de btw verschuldigd wordt. De Wet Omzetbelasting geeft aan dat de belasting verschuldigd wordt op het eerste van de volgende momenten:
a) het tijdstip van levering van het goed of de dienst;
b) het tijdstip van facturering.
Hieruit kun je afleiden dat laag belaste prestaties die in 2018 worden gefactureerd, onderhevig zijn aan het huidige tarief van 6%, ook als de prestatie pas wordt geleverd in 2019 of later. Bij bepaalde diensten lijkt het lonend om deze vooruit te factureren, bijvoorbeeld onderhoud aan woningen die ouder zijn dan twee jaar.