Sneller naar twee tariefschijven
Met ingang van 2020 telt de inkomstenbelasting twee in plaats van drie tariefschijven. Toch heeft dat weinig effect op je aangifte. PM-adviseur Peter Bregman geeft een toelichting.
In de politiek leeft al heel lang de wens om de inkomstenbelasting om te vormen naar een zogeheten flat tax: zo min mogelijk belastingschijven. De belangrijkste motivatie daarvoor: een eenvoudiger stelsel. Vorig jaar was besloten dat het tweeschijvensysteem in 2021 zou ingaan, maar het kabinet geeft extra gas. Het aantal tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting gaat al in 2020 terug naar twee: een schijf van 37,35% en een schijf van 49,5%.
Tweede schijf
De tweede schijf begint bij een inkomen vanaf € 68.507. Dit beginpunt van de tweede schijf wijzigt niet tot en met 2021. Het uiteindelijk effect van deze twee tariefschijven voor jouw belastingaanslag is waarschijnlijk beperkt, want de aanslag wordt mede bepaald door de heffingskortingen.
Afbouw van aftrek
De afbouw van aftrekposten in de hoogste belastingschijf kan wél een flinke invloed hebben op je aanslag. Het kabinet houdt vast aan de vorig jaar aangenomen afbouw. Valt jouw inkomen in die hoogste belastingschijf? Dan zijn eventuele aftrekposten, zoals hypotheekrente, in 2020 nog tegen een tarief van 46% (in plaats van 49%) aftrekbaar. Vanaf 2023 bedraagt de aftrek maximaal 37,05%. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld de betaalde partneralimentatie en premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.