Werkgevers opgelet: het nieuwe pensioenstelsel komt eraan
Zoals het er nu uitziet, gaat op 1 januari 2023 het nieuwe pensioenstelsel in. Wat vraagt dat van jou als werkgever? PM-adviseur Anne Marie Nollen praat je bij.
Transparanter en persoonlijker: het idee achter het nieuwe pensioenstelsel is dat het pensioen beter aansluit op de individuele medewerker. Het stelsel heeft onder andere de volgende kenmerken:
- Een beter nabestaandenpensioen
- Een extra keuzerecht van 10% opname ineens bij ingang van je pensioen
- Een tragere stijging van de AOW-leeftijd
- Betere afspraken voor werknemers met zware beroepen
Zo’n nieuwe regeling betekent wel dat je als werkgever het nodige moet aanpassen. We nemen de belangrijkste punten met je door.
De pensioenregeling
Een belangrijk verschil met de huidige pensioenregelingen is dat er straks maar één pensioenregeling mogelijk is. Dit is een premieregeling met voor iedere werknemer in jouw onderneming hetzelfde premiepercentage.
Misschien heb je nu een leeftijdsafhankelijke premieregeling? Dan kun je die wel laten voortzetten voor werknemers die er al aan deelnemen. Vooral voor oudere werknemers is dit gunstig. Voor jongere werknemers is de overstap op de nieuwe regeling juist gunstiger.
Nieuwe werknemers komen altijd in de nieuwe, leeftijdsonafhankelijke premieregeling.
Het transitieplan
Uiterlijk 1 januari 2027 moet elke pensioenregeling op het nieuwe pensioenstelsel zijn aangepast. Ben je niet aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds? Dan moet je zelf met je pensioenadviseur en met instemming van het personeel een transitieplan opstellen. In dat plan zet je onder meer:
- voor welk type pensioenovereenkomst jullie kiezen
- wat precies de effecten zijn van de overstap per leeftijdsgroep
- hoe je nadelige gevolgen compenseert en hoe je dit financiert
- informatie over het overdragen van het opgebouwde pensioen naar het nieuwe pensioen
Let op: het opstellen van een transitieplan kost best wel wat tijd. Het is slim om hier al komend jaar mee te beginnen.
Speciale afspraken voor werknemers met zware beroepen
Een deel van de huidige groep werkende zestigers heeft zich niet goed kunnen voorbereiden op de stijging van de AOW-leeftijd. Voor een aantal van hen is het moeilijk om tot hun pensioen door te werken, bijvoorbeeld omdat ze zwaar werk hebben. Daarom heeft het kabinet extra geld opzijgezet om hen te ondersteunen. Dat kan op de volgende manieren:
• Via vervroegd uittreden (met de RVU-regeling of met een vervroegd pensioen)
Werkgevers kunnen tot en met 2025 een RVU-regeling treffen met werknemers zonder dat daarover een eindheffing van 52% wordt geheven. Op dit moment is de drempelvrijstelling € 1.874 per maand.
In verschillende branches hebben werkgevers- en werknemersorganisaties al afspraken gemaakt over zo’n RVU-regeling. Die regeling wordt dan vaak uitgevoerd door het sociaal fonds. De regeling kan ingaan drie jaar voordat de medewerker zijn AOW-leeftijd bereikt.
Een werknemer kan ook kiezen om zijn pensioen naar voren te halen (helemaal of deeltijd).
• Via een generatiepact
Naast de RVU-regeling geven verschillende cao’s de mogelijkheid van een generatiepact. Een medewerker werkt dan bijvoorbeeld 80%, hij wordt 90% uitbetaald en het pensioenfonds vult zijn pensioen aan tot 100%.
• Via verlofsparen
Sinds 2021 is de fiscale ruimte voor het sparen van verlof vergroot van 50 naar 100 weken.
Ga eens in gesprek met je oudere werknemer over zijn of haar wensen en de verschillende mogelijkheden die er zijn. PM denkt graag met je mee.