Zo investeer je slim op de rand van 2022
Voor ondernemers was 2022 een spannend jaar – reden om de hand op de knip te houden. Maar het kan fiscaal voordeel opleveren om vóór de jaarwisseling toch nog te investeren. PM-adviseur Gert Souman vertelt hoe dat zit.
Je staat er misschien niet altijd bij stil, maar als ondernemer kom je in aanmerking voor de zogeheten kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Die aftrek geldt bij een minimale investering van € 2.400. De gedane investering moet aan bepaalde voorwaarden voldoen, die je op de site van de Belastingdienst terugvindt.
Het voordeel is fors. Bij een investering tussen de € 2.401 tot en met € 59.939 is de investeringsaftrek 28% van het investeringsbedrag. Investeer je tussen de € 59.940 tot en met € 110.998, dan geldt een vaste aftrek van € 16.784. Boven de € 110.999 neemt de aftrek lineair af, met een maximaal investeringsbedrag van € 332.994.
Belangrijk om te weten: als je een bedrijfsmiddel weer verkoopt binnen de desinvesteringstermijn (binnen vijf jaar), dan moet je een desinvesteringsbijtelling hanteren. Die geldt als de waarde van de verkochte bedrijfsmiddelen samen hoger is dan € 2.400.
Samentelregeling
Heb je een bedrijf met meerdere firmanten, dan moet je rekening houden met de zogeheten samentelregeling. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek geldt dan voor de gezamenlijke investeringen van de firmanten. Dat kan nadelig uitvallen, maar ook gunstig.
Voorbeeld:
Een vof met twee firmanten investeert voor € 3.000: ieder investeert voor een bedrag van € 1.500. Zonder samentelregeling zouden de twee geen recht hebben op investeringsaftrek, omdat de drempel van € 2.400 niet wordt gehaald. Maar door de samentelregeling hebben ze samen recht op 28% x € 3.000 = € 840 investeringsaftrek.
Die investeringsaftrek kun je op verschillende manieren verdelen onder de firmanten: naar rato van hun kapitaaldeelname, hun aandeel in de stille reserves, hun aandeel in de winst of via toerekening in gelijke delen. Voor de Belastingdienst is het belangrijk dat de verdeling redelijk is.
Meerdere ondernemingen
Er kan ook sprake zijn van een samenwerkingsverband waarbij een van de firmanten nog een buitenvennootschappelijke onderneming heeft. Als deze persoon in beide ondernemingen investeert, moet de investeringsaftrek voor beide firmanten op een aparte manier worden berekend.
Voorbeeld:
De investering in de vof waarin firmanten A en B elk voor 50% participeren, bedraagt € 90.000. Daarnaast investeert firmant A ook buitenvennootschappelijk nog € 60.000. Het investeringsbedrag waarop de KiA-tabel moet worden toegepast, is dan € 150.000. Je berekent de investeringsaftrek dan als volgt: € 16.784 min 7,56% x (€ 150.000 min € 110.998) = € 13.836. De investeringsaftrek voor firmant A is dan (€ 60.000 plus 50% van € 90.000)/€ 150.000 x € 13.836 = € 9.685.
Firmant B heeft geen buitenvennootschappelijke investeringen. Bij deze persoon is het investeringsbedrag waarop de KiA-tabel moet worden toegepast € 90.000. De bijbehorende investeringsaftrek is € 16.784. De investeringsaftrek voor firmant B komt dan uit op (50% van € 90.000)/€ 90.000 x € 16.784 = € 8.392.
Wil je hier meer over weten – of overleggen over wat er in je eigen situatie mogelijk is? Neem dan contact met ons op.